Ik hou heel veel van mijn kinderen hoor, maar ….. over het belang van invlechten en buitenspel

Hoewel ik een groot voorstander van de emancipatie ben, verlangt de pedagoog in mij stiekem naar de jaren ’50. Daarin was de rolverdeling meer dan duidelijk. Papa zorgde voor de centen, moeder voor de kinderen en het huishouden. Luxe was er zo vlak na de oorlog niet en kinderen konden veilig op straat spelen. Lekker overzichtelijk en in die zin heel goed te vergelijken met de al even overzichtelijke oertijd. Althans, ik heb van horen zeggen dat er in de oertijd een stuk minder familieplanners werden verkocht. Toen was vader op pad om wild te schieten (goed voor zijn jachtinstinct), moeder hield de kinderen in leven en de hut aan kant. In willekeurige volgorde. 

Begrijp me niet verkeerd. Ik vind heus dat mannen veel meer kunnen dan buiten de deur everzwijnen verdienen. En ik ben ook zeer zeker te spreken over de kwaliteiten van vrouwen op het arbeidsvlak. Dus ik vind het een buitengewoon goed idee dat we dat lekker mengen en allemaal mee mogen doen. Maar. We hebben allemaal onze kwaliteiten. En of die kwaliteiten nou puur op talent gebaseerd zijn, geslachtsgebonden óf dat je ze vergaard hebt in je opvoeding, dat maakt voor het verhaal eigenlijk niet uit. 

Hondsvermoeid kwamen ze binnen. Het kostte haar enkele minuten om in tranen uit te barsten en hij keek me aan met een gemengde blik. Schuldgevoel en irritatie leken elkaar af te wisselen. En daar kwam alweer die ene zin. Die ene zin die zoveel ouders mij al vrij snel toevertrouwen. ‘Ik hou heel veel van mijn kinderen hoor, maar…..’ en de rest kon ik in gedachten aanvullen. 

Maar…..het ouderschap is zo ontzettend zwaar. Ontzettend leuk, fijn, waardevol en allesomvattend, maar ook zo ongelooflijk zwaar. Zeker in combinatie met werk, huishouden, verplichtingen en ook nog iets van een sociaal leven. We willen zoveel dat we vanalles moeten.

Tegen de tijd dat je partner en kind oppakt en bij een pedagoog of kindercoach aan tafel komt zitten, heb je doorgaans al best wat momenten op de rand van een ogenschijnlijke psychose gebalanceerd, terwijl je jezelf opsloot in de voorraadkast. Wat is er gebeurd? Hoe zijn we hier beland? En belangrijker, hoe ontsnap ik weer uit deze situatie?

Ik hou heel veel van mijn kinderen hoor, maar …. hoe voorkom ik dat ik knettergek word? 

Na wat broodnodige koffie, tissues en toch nog wat liefdevolle handen op benen van de ander, konden we in gesprek. Wat speelt er? Wat hebben jullie nodig?

De situatie was als volgt. Vader en moeder zijn beide hardwerkende mensen. Vader is aannemer, moeder werkt part-time in een restaurant. Zoals in veel gezinnen anno 2017 wordt ook hier de zorg en het huishouden behoorlijk evenredig verdeeld. Twee opgroeiende kinderen, een zoon van 9 en een meisje van 7. En elke avond speelt zich een kleine editie van een plaatselijke wereldoorlog af in dit gezin. Vrijwel elke avond begint de ellende al voor het avondeten. Mama moet haasten om op tijd op haar werk te zijn terwijl ze nog gauw staat te koken, papa heeft al de hele dag gewerkt en verlangt naar een koud drankje en een half uurtje voor zichzelf. Mama deelt dat verlangen trouwens.

En terwijl papa met opgetrokken wenkbrauw om zich heen kijkt en tegen zijn vrouw zegt: ‘Je was toch overdag vrij?’, dient de eerste snauw zich aan. ‘Ja, ik was vrij ja, wat wil je daarmee zeggen? Dat het hier een zooitje is? Dat zie ik zelf ook wel. Ik heb boodschappen gedaan, drie wasjes gedraaid, de bedden verschoond, we zijn naar de voetbaltraining geweest, ik heb hier opgeruimd en sta nu ook nog even jullie spaghetti in elkaar te draaien.’ 

Op dat moment dendert dochterlief enigszins hysterisch de keuken binnen: ‘Mahaaaaam, hij heeft de iPad! Hij gaat mijn spel wissen!’ Zoonlief zit onderuitgezakt op de bank en kijkt nauwelijks op, terwijl hij zegt: ‘Ja, duh, dat spel neemt onwijs veel ruimte in en daarbij ben je ook nog eens vet lelijk en je stinkt. Dus.’ 

De twee vliegen elkaar in de haren, mama begint wat harder te smijten met de keukenkastjes en papa denkt met weemoed terug aan die koude bouwput van vanmorgen.

De perfecte ingrediënten om gezellig met het gezin te gaan dineren terwijl moeder in alle rust en volledig zen het huis verlaat om nog eens even vriendelijk te zijn tegen alle gasten die in het restaurant komen eten. Niet. 

Na het eten dient deel twee van deze Wereld Oorlog zich aan. Er moet gebadderd worden. Na het badderen moeten er haren gekamd en haren gevlochten worden. En dat staat bijna gelijk aan het zelfstandig ondernemen van de zeiltocht van Laura Dekkers. Buitengewoon avontuurlijk, wellicht een tikkeltje onverantwoord en kleddernat. Papa kan geen haren vlechten. Papa kamt haren alsof hij wil scalperen en dochterlief zet elke avond haar voltallige decibel in om hem daaraan te helpen herinneren.

Avond na avond dezelfde strijd. Vader duikt om half tien compleet gesloopt zijn bed in, moeder komt niet veel later thuis in een zo mogelijk nog grotere bende dan die zij had achtergelaten. De volgende ochtend start weer een race tegen de klok, om die bijzondere invlecht van vader weer te ontwarren, om de vermiste voetbalschoenen van zoonlief boven water te krijgen en te zorgen dat iedereen op tijd op school is.

Ik hou heel veel van mijn kinderen hoor, maar…… hier hadden we ons niet voor opgegeven toch?

Wat nu?

‘Als we nou weer eens gewoon gaan doen waar we goed in zijn’, zeg ik. 

‘Huh?’

/Als jullie nou als eerste datgene gaan doen waar jullie goed in zijn dan volgt de rest wat makkelijker.’

Maak je niet DIK en Denk In Kwaliteiten. Doe datgene waar je goed in bent (of dat nou invlechten is, of een stevige analyse van de buitenspelpositie van die rechtsback uit de E3), werk aan datgene dat je moeilijk vindt maar graag wil leren en geef je absolute onkundes zonder gene uit handen.

Vaak belanden we in patronen die moeilijk te doorbreken lijken, maar die met een beetje creativiTIJD wel degelijk om te gooien zijn.

Samen keken we naar het gezinsschema. Wie doet wat, wanneer en waarom? Met wat aanwijzingen voor veranderingen gingen ze de deur uit. Tussendoor hadden we nog twee keer telefonisch contact en na drie weken zaten ze een heel stuk meer relaxed bij mij aan tafel.